Met een boze zwaai gooit hij zijn potlood door de kamer. Hij is drie jaar en wil zo graag een mooi rondje tekenen. Hoe hij zijn best ook doet, het rondje ziet er niet als een rondje uit. Ik laat hem mijn handen zien en leg ze tegen de zijne. Zie je dat mijn handen veel groter zijn? Ja, zegt hij, en veel ouder. Precies. Ze hebben dus ook veel meer geoefend dan de jouwe. Door dat oefenen kunnen ze nu wel een rondje tekenen. Eerst kon ik het ook niet. Hij kijkt me nadenkend aan, glijdt van zijn stoel en haalt zijn potlood weer op. Zonder iets te zeggen begint hij te klunselen.

Klunselen is zo’n mooi woord. Ik heb er de betekenis aan gegeven dat je zonder perfectionisme en los van alle verwachtingen de dingen gaat doen. Ik gebruik het woord in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen, de kinderen die moeite hebben om het perfectionisme los te laten, die moeite hebben om de verwachtingen van zichzelf en anderen los te laten.

Sommige mensen zien het woord ‘kluns’ in klunselen en ervaren dat als negatief. Het refereert aan al die keren dat je iets omgooide, iets stukmaakte. Al die keren dat iets mis-lukte. Maar was je eigenlijk niet gewoon aan het oefenen? Of was je zo aan het opgaan in hetgeen je vertelde dat je met je handen aan het praten was en in al je vurigheid het glas van tafel stootte? Of was je iets nieuws aan het uitproberen vanuit een interne motivatie om te kijken of het werkelijk kon wat je in gedachten had?

Kun je dat echt scharen onder de term kluns?

Als hoogbegaafd kind ben je veel beweeglijker dan een ander, je brein is zo actief dat je lichaam als vanzelf gaat meedoen. Al die ideeën en gedachten die er door je heen gaan, al die associaties, die mogelijkheden die je ziet. Ze moeten ergens een uitlaatklep hebben en je lichaam gaat uitbeelden en kracht bijzetten en je vergeet je omgeving als je woorden probeert te geven aan je bedenksels. Stilzitten is geen optie voor veel hoogbegaafde kinderen. Passief over iets nadenken ook niet.

Ben je dan een kluns of ben je aan het klunselen?

Klunselen staat los van perfectie. Voor een hoogbegaafd kind is dat vaak erg moeilijk. Je kunt je zo’n goede voorstelling maken van hoe het zou moeten zijn, je begrijpt precies hoe het moet. Je vaardigheden zijn echter nog niet zover. Je hebt ook nog niet genoeg ervaring. Als het dan niet lukt wat jij in gedachten hebt, moet je van goede huize komen om de moed niet op te geven. Ik zie kinderen hiermee worstelen, ze denken dat ze dom zijn omdat iets niet lukt. Ze zijn in de war omdat ze weten hoe het moet, maar het niet kunnen. De makkelijkste weg lijkt om het op te geven of om gewoon even te wachten totdat het wel vanzelf gaat. Vaak werkt dat. Vaak ook niet. Eigenlijk ontzegt een kind zichzelf hier het plezier van oefenen en de vaardigheid van het omgaan met falen. De basis van faalangst kan daardoor al snel worden gelegd. Hoe mooi is het dat je dan het woord ‘klunselen’ kunt gaan inzetten om het toch te doen. Om toch aan te gaan wat je eigenlijk niet meer durfde. Als je klunselt hoef je niet van jezelf te verwachten dat het lukt, je mag gewoon genieten van het proces.

Klunselen staat los van alle verwachtingen. De verwachtingen die anderen van je hebben, en ook de verwachting die jij van jezelf hebt. Hoe vaak heeft een kind al gehoord dat een ander zei: Jij bent toch hoogbegaafd, waarom kun of weet je dat dan niet?

Deze pijnlijke opmerking die vaak uit onwetendheid wordt gezegd, maakt veel nare gevoelens los. Het refereert aan geaccepteerd worden als mens, gezien worden als kind. Het kan onzeker maken en ervoor zorgen dat je denkt dat je niet meer mag falen omdat je dan niet voldoet aan de verwachting van de ander.

Misschien ook wel niet aan de verwachting van jezelf. Als je verteld is dat hoogbegaafd zijn betekent dat je erg slim bent, dan is fouten maken, onkunde of onwetendheid laten zien toch geen optie meer? Je moet jezelf continu bewijzen aan de omgeving en aan jezelf. Wat heerlijk dat je dan ineens mag klunselen, dat de lat niet hoog wordt gelegd.

Door een kind de tijd te geven om te klunselen, kan het zelfvertrouwen opbouwen, leren omgaan met falen, zijn interne motivatie terug vinden. Daar hoort geen externe uitdaging bij in de vorm van een door anderen bedacht aanbod. Daar hoort bij dat een kind de hoogte van zijn eigen lat mag bepalen. Mijn ervaring is dat die lat vaak veel hoger ligt dan je voor mogelijk zou houden.

Klunselen is samen uitzoeken hoe je beetje bij beetje die lat gaat bereiken zodat een kind de nodige vaardigheden kan opdoen. Klunselen is een kind de ruimte geven zodat het kan vallen en opstaan, zonder verwachtingen. Klunselen is dat een kind gaat genieten van het doen.

Durf jij te klunselen?

Pin It on Pinterest

Icons made by Dave Gandy from www.flaticon.com is licensed by CC 3.0 BY