Juul zit in groep 1 van de basisschool. Ze is drie en een half  jaar oud. Bij Juul is een half jaar geleden een grote ontwikkelingsvoorsprong vastgesteld. Ze was toen net drie, maar functioneerde als een kind van 5 jaar.  Niet lichamelijk of emotioneel, maar wel in sociaal en cognitief opzicht .

De juf en ouders van Juul zijn met elkaar in gesprek over haar vroege start en de effecten hiervan. Haar ouders vertellen dat ze zelf al is begonnen met  lezen en rekenen en ze wil graag spelen met andere kinderen. Thuis is Juul veel boos. Op school ziet haar juf dat ze niet stil kan zitten, ongeconcentreerd met haar werkjes bezig is en veel wegdroomt. Ze vraagt niet naar lees- en rekenwerk. Juf ziet haar ook graag spelen met andere kinderen.

Moeder herkent de ongeconcentreerdheid van Juul. Ze maakt thuis nooit haar puzzel af en stopt al na korte tijd met puzzelen om iets anders te gaan doen.  Juul wil thuis ook nooit stilzitten, ze blijft wiebelen, praat met haar hele lijf en loopt veel rond.

De twijfel komt boven bij de juf, was het wel verstandig om haar al zo jong te laten starten in groep 1.

Tijd voor mij om uitleg te geven. Ik begin met de fysieke gevoeligheid. Deze gevoeligheid is 1 van de kenmerken van hoogbegaafdheid (Dabrowski 1902-1980). Het gewiebel, de onrust, het praten met je hele lijf, het zijn allemaal kenmerkende eigenschappen van hoogbegaafde kinderen. Ik noem ook het vele praten dat hierbij hoort. De herkenning is groot bij iedereen. Ik stel voor om Juul de kans te geven om rond te lopen, door haar opdrachtjes te geven om dingen op te halen. Daarnaast  kan ze iets in haar handen houden om mee te friemelen zodat de onrust zich hierop kan concentreren. Een wiebelkussen kan haar zeker ook helpen om het zitten beter vol te houden.

Juul wordt op school en thuis gezien als een ongeconcentreerd meisje. Maar ziet iedereen wel hetzelfde? Mijn twijfel is groot. Uit ervaring weet ik dat ouders van hoogbegaafde kinderen een heel ander referentiekader hebben dan een juf.

Ik vraag de juf of ze met werkjes ook het maken van een puzzel bedoelt. Dat klopt. Ze maakt op school haar puzzel niet af, net als thuis. Na een paar stukjes gelegd te hebben droomt ze weg en gaat ze iets anders doen. Moeder knikt bevestigend maar geeft ook aan dat ze thuis wel wat langer bezig is. Als ik vraag hoe lang, krijg ik het volgende antwoord: ‘Ongeveer een half uur, maar dan heeft ze de puzzel nog lang niet af’.  Wanneer ik vraag hoe groot de puzzel is krijgen we het verrassende antwoord: 1000 stukjes.

De juf van Juul kijkt verbaasd en zegt niets. Ik vraag haar hoe groot de puzzels in de klas zijn. De grootste is van 50 stukjes. Juul krijgt de puzzels van 25 stukjes.

Het aanbod aan Juul is aangepast. Juul heeft een prima concentratie. Het was gewoon allemaal wat te makkelijk voor haar.

Deze column is gepubliceerd in Kinderwijz.

Pin It on Pinterest

Icons made by Dave Gandy from www.flaticon.com is licensed by CC 3.0 BY