De beste vriendin van Julie

Mijn beste vriendin heet Julie. 

Is dat een Engelse naam of een Nederlandse naam? Dat weet ik niet, maar je spelt het als J-U-L-I-E .

Dankjewel, dat bedoelde ik inderdaad. 

Wat is het fijn om aan een half woord genoeg te hebben. Dat je gewoon wordt begrepen en antwoord krijgt. Het meisje dat het antwoord geeft is overigens 4 jaar en de school twijfelt of ze kan versnellen naar groep 2. De oorzaak van de twijfel is haar sociaal-emotionele ontwikkeling. Ze wil op school ook niet graag laten zien wat ze kan. Thuis wel.

Als we voor zo’n grote beslissing moeten afgaan op een voorsprong van de emotionele ontwikkeling, dan zou geen enkel kind kunnen versnellen. Deze ontwikkeling loopt ook bij hoogbegaafde kinderen op leeftijdsniveau, tenzij er bv traumatische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Op sociaal gebied lopen veel hoogbegaafde kinderen voor. Een mooi voorbeeld is de situatie in de peutergroep waar een meisje het gele autootje vroeg aan een ander meisje. Ze kreeg als antwoord; ‘Nee, want geel is mijn lievelingskleur. Je mag wel een andere.’  Het begrip dat het niet aardig was om niets te geven was aanwezig en de oplossing werd gezocht. 

De beste vriendin van Julie vertelt me dat haar juffen lief zijn. School duurt alleen zo lang, ik ga er liever niet meer naar toe. 

Op mijn vraag wanneer het dan lang begint te duren antwoordt ze: ‘vanaf het fruit eten ’s ochtends’.  Nou, dan duurt een dag inderdaad best lang. Ze vertelt ook dat ze haar werkjes niet zo leuk vindt.

Wat zou je dan graag willen doen waardoor school minder lang duurt? Ze wil graag een Suske en Wiske lezen zegt ze, en springt van de bank om er eentje te pakken. Zal ik je voorlezen?

Nou, lijkt me leuk. Dat gebeurt niet zo vaak meer, meestal lees ik zelf. 

‘Dan mag jij beginnen’. Ze wijst een plaatje aan en ik lees het voor. Dan neemt ze het over. Ze leest vloeiend en in razend tempo. Ieder woord klopt. 

Ik ben niet zo snel meer verbaasd, maar nu wel. Ergens voel ik dat er iets niet klopt en ik neem de proef op de som.

Ik heb zelf een boek geschreven, vertel ik. Slimme Rick. Die wil ik nu lezen. Ik laat mijn foto op de achterkant van het boek zien als bewijs. Ze schaterlacht en wil wel voorlezen.

Hakkend en plakkend leest ze me voor. Dan stopt ze. Ik kan eigenlijk niet lezen, ik doe niet ieder woord goed. Suske en Wiske heb ik al heel vaak gehoord en die ken ik.

Ik ben diep onder de indruk. Van haar besef dat ze wil presteren en haar besef van haar gevoel van falen. 

Ik vertel haar dat ik al meer dan 50 jaar oefen met lezen, waardoor ik het snel kan. Dat begrijpt ze. Gewoon doorgaan met oefenen hè, concludeert ze. Ik bevestig haar conclusie.

Je hoeft niet te kunnen wat anderen kunnen. Je bent niet hoogbegaafd vanwege je prestaties. Hoogbegaafd zijn zit in je lijf en je ziel. Dat heeft ze duidelijk laten zien.