Ik wil niet meer

Ik doe de deur open van mijn praktijk om de kinderen te ontvangen in onze GelukkigHB groep. Boos komt ze binnen. Zo klein als ze is, zo groot is ze als ze boos is. Haar lange blonde haren worden woest over haar schouders geschud en haar ogen vlammen. Ze ploft op de bank met haar armen over elkaar. 

Zonder iets te vragen of te zeggen ga ik naast haar zitten. Al voordat ik zit, springt ze op en gaat ze ergens anders zitten. De boodschap is duidelijk, ik ben niet gewenst op dit moment.

Terwijl de andere kinderen binnendruppelen in de groep, blijft ze uitstralen dat ze niets wil. Iedereen blijft op veilige afstand van deze furieuze dame. Na een gezellig vierkantgesprek, waar ze uiteraard niet aan wenst deel te nemen, pakt ze haar HB-boekje uit haar map. De kinderen hebben een eigen HB-boekje waar ze ‘Hele dringende vragen’ en ‘Belangrijke gedachten’ in kunnen opschrijven. Sommige kinderen gebruiken het boekje om hun hoofd leeg te maken van alle vragen die er opborrelen, andere maken er notities in en weer andere gebruiken het boekje als een dagboekje. 

Ze gaat in een hoekje zitten en schrijft een aantal bladzijden in het boekje helemaal vol. Van een afstand zijn de grote boze letters goed te zien. Als ze klaar is, scheurt ze alle volgeschreven pagina’s eruit en stopt ze in haar broekzak. Het heeft haar duidelijk opgelucht. Ze komt naar me toe en vraagt of ze mag zagen. Dat mag – het blijkt de brug te zijn om haar gevoelens te uiten. Ze zaagt in haar vinger. Eindelijk kan ze haar gevoel vrijgeven. Grote dikke tranen rollen uit haar ogen. 

Nu mag ik er voor haar zijn. Ik verbind haar vinger. De tranen blijven maar komen. Terwijl ik bij haar ben, huilt ze alle tranen eruit. ‘Was het zo’n rotdag, meissie?’ zeg ik. Ze knikt en kruipt dicht tegen me aan. 

Ze heeft het moeilijk op school. Ze ervaart wat het is om niet begrepen te worden als hoogbegaafd kind tussen de andere kinderen. Ze ervaart wat het is om anders te zijn. Ze wil graag nieuwe dingen leren, maar heeft niet de middelen geleerd hoe ze dit moet aanpakken. En wat doet dat pijn. 

Gelukkig mag je hier gewoon zijn wie je bent. Je hoeft je niet te bewijzen, je mag ontspannen en zijn zoals de andere hoogbegaafde kinderen.

‘Laten we afspreken dat je vandaag gewoon gaat genieten.’

Ze zegt niets, maar kijkt me alleen maar aan. Langzaam pakt ze haar papiertjes uit haar broekzak en vouwt ze uit. IK WIL NIET MEER staat er met grote letters op. Niet één keer, maar veel keren. Ze scheurt de papiertjes één voor één door en gooit ze in de prullenbak. Dan droogt ze haar tranen en loopt ze naar de andere kinderen in de groep.

Hoogbegaafd zijn is soms lastig.